SV | Stelt hem [God] in gerustigheid, zo steunt hij daarop; nochtans zijn Zijn ogen op hun wegen. |
WLC | יִתֶּן־לֹ֣ו לָ֭בֶטַח וְיִשָּׁעֵ֑ן וְ֝עֵינֵ֗יהוּ עַל־דַּרְכֵיהֶֽם׃ |
Trans. | yiten-lwō lāḇeṭaḥ wəyiššā‘ēn wə‘ênêhû ‘al-darəḵêhem: |
Stelt hem [God] in gerustigheid, zo steunt hij daarop; nochtans zijn Zijn ogen op hun wegen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Stelt hem [God] in gerustigheid, zo steunt hij daarop; nochtans zijn Zijn ogen op hun wegen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!